Op 31 oktober 1944 troffen de Duitse bezetters en de Canadese geallieerden elkaar bij Welberg, een klein dorp op de uitlopers van de Brabantse Wal. Na zes dagen van zware gevechten wonnen de Canadezen de slag, maar de prijs voor de vrijheid was hoog. De oorlog sloeg in materieel en emotioneel opzicht een groot gat in de kleine gemeenschap. Tijd om te rouwen was er niet. De wederopbouw vroeg alle tijd, aandacht en energie. Waardering Tot er in 2004 een monument kwam voor de slachtoffers, opgericht door de stichting Bevrijdingsmonument Welberg. De herinneringen aan het oorlogsgeweld kwamen terug aan de oppervlakte, verhalen werden -soms voor het eerst verteld- en verdriet geuit. Ook bracht het monument een hernieuwde waardering voor de vrijheid en voor de mannen, of veelal jongens, die ervoor gevochten hadden. Altijd klaprozen In 2010 ontmoette de initiatiefnemer van de stichting, Angelo Somers, een van de geallieerden die de Slag om Welberg in 1944 aanvoerde. Hij beloofde deze Major W.J. Danny McLeod dat er altijd klaprozen zouden bloeien bij het monument ter nagedachtenis aan de gevallenen strijders. De klaproos (‘the poppy’) is namelijk internationaal het symbool voor, met name, Canadese en Britse militairen die vielen tijdens de beide wereldoorlogen. De belofte werd gestalte gedaan want sinds 2014 bloeien er jaarlijkse duizenden klaprozen voor ‘de Klok’ aan de Canadezenweg in Welberg. In 2019 werd de gemeente Steenbergen eigenaar van het Klaproosveld. Bij de koop zat de belofte dat er altijd klaprozen zouden bloeien bij het Bevrijdingsmonument inbegrepen. De gemeente ontwikkelde samen met alle belanghebbenden een plan om het Klaproosveld educatief, duurzaam en toeristisch-recreatief verder te ontwikkelen. |